D G D
Houden van God is houden van mensen.
D A
Houden van mensen is houden van God.
D G D
Houden van God is houden van mensen.
D A D
Houden van mensen is houden van God.
D D D D
Wanneer ? Nu ! Waar ? Hier ! Hoe ? Zo ! Waarom ? Omdat !
D D D D
Wat ? Ja ! Hoeveel ? Veel ! Hoe vaak ? Altijd ! Waarom ? Omdat !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten